Hoofdstuk 1

Gepubliceerd op 27 december 2023 om 15:40

Reno

 

‘Wat heb jij nu aan?’ Ik heb mijn vriend in heel veel outfits gezien, maar dit slaat alles.

Ranger komt al springend onze dressing room binnen in een kingsize boxershort, met halfnaakte kerstmannen erop, een glittersjaal om zijn hals, en een piratenhoed op. Hij draagt een fluwelen colbert eroverheen, maar dat verhult niets.

'Kapitein Onderbroek,' grauwt hij als een piraat. 'Aye aye!'

'En dat is je nieuwe kamp-uniform?' Ik richt me weer op mijn eigen outfit. Het beeld in de spiegel staat me niet aan. Ondanks het feit dat ik veel sport en redelijk gezond eet, zie ik er opgeblazen uit. Mijn overhemd lijkt daardoor bol te staan en hoe ik mijn stropdas ook strik, het blijft een vlag op een strontschip. Of beter gezegd: een strikje onder een plofkop op een lijf dat net ‘een paar’ kilo te zwaar is.

'Vind je het niet mooi dan?' Ranger gaat uitdagend tussen mij en de spiegel staan. Die boxershort hangt wel heel laag op z'n heupen. Vooral als hij met zijn kont heen en weer wiebelt.

'Het is prachtig,' mompel ik. 'Maar ik dacht dat je met kinderen op kamp ging.'

'Ja en...?' Hij kijkt me afwachtend aan. 'Waar kan ik beter naartoe in dit outfit?'

'Laat maar.' Ik doe een stap opzij zodat ik beter in de spiegel kan kijken. Onze ruzie wel of niet naar de Pride gaan staat me nog veel te vers in het geheugen, zelfs na al die maanden. Ranger stond uiteraard te trappelen om zich helemaal op te doffen en te gaan dansen. Ik vond dat we dat niet moesten doen als respectvolle zakenmensen en blablabla. 

Die gekwetste blik in Rangers ogen ga ik nooit meer vergeten, en toch deed ik niets om het beter te maken. Zelfhaat is een bijzonder iets. Het sluimert en ontwaakt op de meest rare momenten en voedt zich met zelfdestructieve acties.

Ranger zet ook een stap opzij zodat hij weer tussen mij en de spiegel staat.

'Hulp nodig?'

'Nee, dank je. Het lukt wel.'

'Dat zie ik,' schampert hij en brengt zijn handen naar de knoopjes van mijn overhemd en doet de bovenste open. 'Je zit toch nog een paar uur in het vliegtuig, dan hoef je niet zo strak in het pak.' Hij streelt dat kuiltje onder mijn adamsappel en gaat dan onder de stof over mijn sleutelbeen. Met al mijn kracht vecht ik tegen de haartjes op mijn lijf die op een aangename manier overeind gaan staan. Mijn hart maakt een roffel en ik moet een aantal keer diep zuchten om die zwarte vlekken voor mijn ogen weg te krijgen. Ik sta bijna te wankelen op mijn benen, en een venijnige steek schiet er door mijn borstkas heen naar mijn linkerarm.

Ranger is dichterbij komen staan. Hij drukt zijn lippen op mijn wang en ik voel zijn handen over mijn bovenlijf afdwalen naar de sluiting van mijn pantalon.

'We hoeven nog niet weg, toch?' fluistert hij met een donkere stem. 'Een half uurtje later redden we ook nog wel, toch?'

'Ik ben liever te vroeg dan te laat,' zeg ik terwijl ik zijn handen stop en van hem weg stap. 'Er zijn nog documenten die ik moet doornemen en ik wil me gewoon goed voorbereiden. Dit is een serieus overleg, Ranger.' Veel serieuzer dan dat stomme scoutinkerstgkamp van je, wil ik zeggen, maar dat is niet eerlijk. Door mijn overredingskracht gaat hij dit jaar mee op kamp naar Doetinchem en vlieg ik over twee uur naar Londen voor een belangrijk overleg met een potentiële wereldpartner. Ranger had hierbij willen zijn, moeten zijn, want hij is veel sterker in dit soort dingen, maar het overleg kon alleen dit weekend. Precies in hetzelfde weekend van het kerstkamp.

Ranger heeft zelfs overwogen om dan niet mee te gaan, maar dat zou betekenen dat het kamp dan niet door kon gaan omdat het leiding-aantal dan niet volledig is. Hij en die irritante ex van hem zijn soort van oppermuizen daar en er moet blijkbaar altijd een van hen aanwezig zijn om de boel aan te sturen. Die Sylvester kon gelukkig niet, maar nu hing dus alles van Ranger af. En hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om al die kinderen teleur te stellen door het kamp af te blazen.

De schat.

'Anders zeggen we het toch af? Hebben we die deal nou echt nodig?'

Ik verslik me bijna in mijn adem door Rangers absurde voorstel. 'We hebben die deal niet nodig? Meen je dat serieus?'

Die deal is de kers op onze taart van knetterhard werken. Nadat we het bedrijf van zijn vader hebben overgenomen zijn we verdubbeld in grootte, en verdriedubbeld wat betreft de winst. We zijn markaanvoerder in Nederland, staan in de top vijf van Europa en als we die deal kunnen beklinken dan staan we zo stevig op de wereldmarkt dat we ons niet meer zo druk hoeven te maken om onze concurrentie.

Nou ja, we moeten alleen wel knetterhard blijven werken om die positie te houden. Maar dat kunnen we. Ranger en ik zijn allebei geboren zakenmannen met maar één ambitie: groei.

'Die deal hebben we meer nodig dan al het andere,' help ik Ranger te herinneren.

‘Al het andere?’ praat Ranger mij na. ‘En wat valt daaronder: al het andere? Heb jij mij dan ook niet meer nodig? Ik jou wel hoor. Meer dan al het andere.' Ranger schenkt me nog één keer zijn meest gekwelde blik en verlaat dan onze dressing room. Het is een enorme walk in closet die net zo groot is qua oppervlakte als mijn eerste appartement, en voelt eigenlijk als een mini winkel met verschillende maatpakken, schoenen, stropdassen, overhemden en zelfs horloges. Ranger en ik hebben allebei onze eigen kant, en Ranger heeft ook nog een eigen kledingkast in de logeerkamer waarin zijn ‘gewone kleren’ hangen. Zoals de kleding die hij nu draagt.

Met een steek in mijn hart kijk ik naar schuifdeur die Ranger in zijn woede voor een deel heeft dichtgeschoven. Ik hoop dat hij terugkomt om zijn deel op te eisen in deze ruzie. Iets in me wil dat hij een keer echt goed kwaad wordt en me dan eens flink de waarheid vertelt. Dat hij me een slappe zak vindt, een nietsnut en een lodderbok. Of hoe ze me ook altijd noemden. Met een zucht staar ik naar mijn eigen spiegelbeeld. Ik zie eruit als iemand die alles heeft wat zijn hartje begeert, maar gek genoeg lijkt mijn hart te bezwijken onder het gewicht van al dat geluk. 

Misschien heeft het lot goed bepaald dat Ranger en ik een weekend uit elkaar zijn. Vorig jaar sprongen we samen in deze rollercoaster zonder er echt goed over na te denken. Samenwonen, bedrijfsovername en een nieuw bedrijfsplan waarmee we echt de top kunnen behalen. Het valt me alleen op dat Ranger steeds meer zijn passie voor de zaak begint te verliezen en ik meer en meer voor twee aan het werk ben. Dat vind ik niet erg. Ik heb graag een doel waar ik op af ga, maar ik vind het vervelend dat degene die ik dan naast me zou willen hebben, een geheel andere kant op rent en me daardoor lijkt af te remmen

Als je een serieuze speler wilt zijn op deze markt, heb je geen tijd meer voor wijntjes op het terras en weekendjes weg.

Die tijd komt heus nog wel.

Maar nu nog even niet.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.